maandag 4 mei 2009

Tesjoeva van Manashe


Dat het altijd mogelijk is terug te keren op Gods levensweg blijkt uit de bekering van koning Manashe. Koning Manashe wordt in de bijbel als afschrikwekkend voorbeeld getekend van het doen van wat kwaad is in de ogen van de Eeuwige. Als zoon van de rechtvaardige en godvrezende koning Hizkia vervalt hij in afgodendienst. Hij brengt kinderoffers en verleidt het volk daaraan mee te doen (2 Kronieken 33:10-13): De Eeuwige sprak tot Manashe en zijn volk, maar zij luisterden niet. Daarom bracht de Eeuwige over hen de legeroversten van de koning van Assur, die Manashe grepen met haken, hem boeiden met twee koperen ketenen en naar Babel voerden. Maar toen hij in het nauw geraakt was, zocht hij de gunst van de Eeuwige, zijn God; hij verootmoedigde zich diep voor het aangezicht van de God zijner vaderen en bad tot Hem; toen liet Hij zich door hem verbidden, hoorde zijn smeking, bracht hem naar Jeruzalem terug en herstelde hem in zijn koningschap. En Manashe erkende dat de Eeuwige God is. Aan dit verhaal over de spectaculaire tesjoeva van Manashe is het Gebed van Manashe te danken, één van de apocriefe boeken. In de Targoem van 2 Kronieken 33:13 wordt zijn bekering uitgebreid verteld:

En hij bad tot Hem. Onmiddelijk sloten alle engelen die zijn aangesteld over de ingangen van de poorten van het gebed alle ingangen van de poorten van de hemel om te voorkomen dat zijn gebed zou worden verhoord. Terstond kreeg de barmhartigheid van de Meester van het Al de overhand. Diens rechterhand is bereid zondaren aan te nemen, die terugkeren (tesjoeva doen) tot eerbied en hun drift breken in tesjoeva. Hij maakte in de hemel een opening en bres onder de troon der heerlijkheid. Hij hoorde zijn gebed en nam zijn smeekbede aan... En Manashe wist dat de Eeuwige God is, die voor hem deze tekenen en wonderen had verricht. En hij deed tesjoeva met volle overtuiging, verliet zijn afgoden en diende die niet langer.

Het bijzondere in dit verhaal is niet zozeer dat deze koning tesjoeva doet, maar dat volgens de Targoem God zelf al het mogelijke doet om zijn tesjoeva te bevorderen. Jezus zegt volgens Lucas 5:32 dat zijn opdracht is: Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars, tot bekering.

Uit: Joodse feesten en vasten blz 180-181, Geert Cohen Stuart, vijfde druk maart 2009, Kok Kampen. Gepubliceerd met toestemming van de auteur en uitgever.