woensdag 2 april 2008

Waarom zijt gij niet Susja geweest?


De wijze Rabbi Bunam zeide eens op hogen ouderdom, toen hij reeds blind was: "Ik zou niet met vader Abraham willen ruilen. Wat zou God er aan hebben, indien aartsvader Abraham gelijk den blinden Bunam zou worden en de blinde Bunam gelijk Abraham?" En met nog grotere kracht is hetzelfde naar voren gebracht door Rabbi Susja, toen deze kort voor zijn dood zei: "In het toekomende Rijk zal mij niet gevraagd worden: 'Waarom zijt gij niet Mozes geweest' Mij zal gevraagd worden: 'Waarom zijt gij niet Susja geweest?'"

Uit: De weg van den mens, Martin Buber (blz 19), 1956 Boucher, 4e druk, vertaling Louise Moor

dinsdag 1 april 2008

Spiegelbeeld


'Maar,' zei een chassied, 'wij zijn toch naar het beeld van God geschapen? Weerspiegelen we God dan niet? God kent geen verwaandheid, dus hoe kunnen wij het dan hebben?'
BaƤl Sjem Tov antwoordde: 'In de Psalmen lezen we dat God regeert, bekleed met majesteit (1). Gods majesteit is in feite nederigheid en de oneindige God draagt kleren van oneindige nederigheid. Het is waar dat mensen God weerspiegelen, maar net zoals een spiegelbeeld een omgekeerd beeld is, keert de menselijke wereld het goddelijke vaak om. Dus als de nederigheid van God oneindig is, is de overmoed van de mensen dat niet minder.'

1) Psalm 104:1

Uit: Chassidische verhalen, Rabbi Rami Shapiro (blz. 43, De Opvolger). Protestantse Pers. Vertaling door: Heidi Kleinleugenmors-Voortman.